De balkenendenorm (ook wel genoemd Wopt norm, de JP-norm, minister-presidentnorm of premiernorm) is een vrijwillige norm die ontstaan is in 2006. Volgens deze norm zouden openbare bestuurders in Nederland niet meer mogen verdienen dan 130 procent van een ministerssalaris.
What's in a name
De naam Balkenendenorm is ontstaan tijdens het premierschap van Jan Peter Balkenende. Tijdens zijn premierschap tussen 2002 en 2010 is de norm tot stand gekomen nadat er een toenemende maatschappelijke verontwaardiging was ontstaan over de hoge salarissen en (ontslag) vergoedingen in de publieke sector. Hier moest een statemant gemaakt worden en uiteindelijk dus een max aan gesteld worden!
'Gevoelens' kunnen zich verplaatsen
Het heeft er inmiddels alle schijn van gekregen dat de gevoelens in de samenleving zich niet alleen richten op vergoedingen in de publieke sector maar ook op de private sector. De roep om in te grijpen bij vermeende excessieve vergoedingen voor bestuurders van beursgenoteerde ondernemingen zijn bijna gangbare kost in de media geworden. De vergoedingen voor leden van het Europarlement maar even buiten beeld houden.
Als je het over graaien hebt…..
Achtervolgd worden door je eigen naam
Alleen Nederland. Als je naam verbonden is met een norm of een wet/maatregel, dan kan dat een hele eer zijn. Maar soms gaat het hand in hand met cynische gevoelens. De balkenendenorm roept dat bij mij op. Op zichzelf genomen zijn normen prima om te hebben en te stellen. Maar als je dan merkt dat een salaris van een minister maatgevend wordt voor de rest van de publieke sector, dan kijk je toch verder dan de ambtsperiode van een minister.
Balkenende is na zijn premierschap de private sector ingedoken met een honorarium van ca EUR 500.000 per jaar, Wouter Bos in dezelfde orde van grootte. Hoewel Wim Kok geassocieerd wordt met ‘het kwartje van Kok’, is hij na zijn premierschap niet verkeerd terecht gekomen. Zijn commissariaten zijn van een andere omvang geworden dan de schamele verdiensten als premier.
Objectiviteit in een poldercultuur
Ruud Lubbers roept niet van dit soort gevoelens op. Komt dat omdat hij vermogend genoeg was om het ambt van minister en premier ook zonder vergoeding te kunnen vervullen? Hij heeft kritiek gekregen toen hij een oliesjeik aansprak op zijn betaalgedrag naar een Nederlandse onderneming. Dat bleek een onderneming van de familie Lubbers te zijn. En dat is not done in onze poldercultuur. Maar dat was het dan ook wel.
Op zoek naar een nieuwe balans
De Nederlandse samenleving is in toenemende mate op zoek naar een nieuwe balans. Het wiel uitvinden belooft meestal niet veel goeds.
Dan kijk je terug in de historie van bestuurdersmodel van het land. Bewust noem ik dit niet de publieke sector. Hoewel het een overheidsdienst is, is het onvergelijkbaar met de makers van wetten en regels. Vroeger werden de makers van wetten en regels niet betaald voor hun werk voor de samenleving. Noem dit nu maar een nulnorm. Bij zo’n norm voel je geen behoefte om een vergoeding voor een directeur van een ziekenhuis op af te rekenen. Je haalt dan een fundament weg onder een oeverloze discussie die woekert en ontspoort.
De oplossing in het weglaten
Wellicht moeten onze parlementsleden helemaal niets meer krijgen. Het is een eervolle taak en je moet het je kunnen permitteren. Laat de normering voor de anderen dan maar over aan de samenwerking tussen de publieke en private sector. Vaak zit een oplossing in het weglaten.
Ik denk dat de Europese Commissie ingrijpt. Ze zien de bui al hangen…………
Martin Noordzij
Elektrisch rijden is actueel en de overheid doet er alles aan om de consument te verleiden om over te stappen. Beter gezegd, de overheid doet er alles aan om de zakelijke rijder te laten overstappen.
Deze maand stellen we graag ondernemers Hein en Paul Compier aan je voor. Het familiebedrijf waaraan zij de leiding geven bestaat inmiddels bijna 150 jaar. De eerste generatie van dit bedrijf werkte nog aan nationale monumenten zoals het Rijksmuseum in Amsterdam.
Maandelijks stellen wij een relatie uit ons klantenbestand voor. Dit geeft een mooie inkijk in de klanten waarvoor wij actief zijn. Deze maand is het woord aan Hanneke Diephuis van SENSE Vastgoed uit Amsterdam.